vrijdag 13 november 2015

Opdracht Drama Driehoek

Zelfstandige opdracht
1.       Beschrijf wat jouw “favoriete” rol in de dramadriehoek. Vanuit welke rol reageer jij wanneer:
a.       Er dingen op school van je gevraagd worden waar je het niet mee eens bent
                                                              i.      Eigenlijk doe ik het toch wel, of ik er nou niet mee eens ben of wel. Als ik er écht niet mee eens ben laat ik het wel weten.
b.      Er in je prive situatie een “aanval” op je gedaan wordt terwijl je dat onredelijk vindt
                                                              i.      Dan zeg ik er iets van, ik laat niet over me heen lopen en dat zal de ander ook weten.
c.       Er op werk of stage iemand van de doelgroep boos op je af komt  en jou de schuld geeft van alles.
                                                              i.      Dan ben ik erg verbaasd. Maar, ik zou boos terug doen en me erg aangevallen worden. Wel probeer ik in die boosheid erachter te komen waarom diegene vind dat het mijn schuld is.
Ga terug naar het begin van de les van vorige week vrijdag en beschrijf in 10 regels wat er gebeurde. Wat was de situatie, waar ging het over en wie waren erbij betrokken.
Ik weet niet meer goed wat er gebeurde.

2.       Beantwoorde de volgende vragen
a.       Wie had welke rol?
                                                               i.      Kan ik me niet herinneren
b.      Werd er van rol gewisseld? En op welk moment?
                                                               i.      Kan ik me niet herinneren
c.       Hoe werd de drama driehoek gebroken? Wat werd er gedaan of gezegd?
                                                               i.      Kan ik me niet herinneren

Geef een voorbeeld van een moment waar je deze week (onbedoeld) in de dramadriehoek terecht bent gekomen.
3.       Beantwoord daarbij de volgende vragen:
a.       Welke rol  nam je aan?
                                                              i.      Slachtoffer
b.      Welke rol nam de ander aan?
                                                              i.      Aanvaller
c.       Wat was het moment dat het spel werd verbroken?
                                                              i.      Toen ik in de aanval ging
d.      Met wat voor gevoel bleef je achter?
                                                              i.      Boos en verward
Waar zou jij wat meer op moeten letten in de communicatie met anderen  zodat je minder in de dramadriehoek terecht komt?

Vragen waarom de ander iets zegt of doet. Dus er niet altijd tegenin gaan of “vrede” mee hebben. Dieper gaan dan de boosheid of het verwijt. Achter de reden komen waarom iemand jou iets verwijt of boos op je is en vanuit daar proberen iets te verduidelijken en natuurlijk op te lossen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten