Groepsfase

Iedereen kent het wel, groepen. Of het nou een groep jongeren op straat is of een vrienden groep die samen op stap gaat. Iedereen maakt deel uit van een groep!

Maar, wat is een groep nou precies? Je bent al een groep vanaf 2 personen! En een groep vorm je omdat je dezelfde interesse(s) hebt (met elkaar identificeer) of hetzelfde doel hebt. Zoals ik al eerder zei, iedereen maakt deel uit van een groep en naar schatting (Mills, 1967) is iedereen op elk moment van zijn leven lid van ongeveer 5/6 groepen.

Een groep heeft altijd een sociale structuur en ieder lid heeft ook een eigen sociale positie en rol. Maar, hoe komen die tot stand? Nou, er zijn namelijk verschillende fasen waardoor een groep tot stand komt. En die gaan we even bekijken!

Fase 1: Voorfase

De groep wordt ontworpen en de doelstelling geformuleerd. Werkvormen en taakverdelingen worden opgesteld en een tijdplanning gemaakt. In de fase wordt eigenlijk heel goed duidelijk wat het doel is van de groep. Of het nou om een "hang" groep gaat of een werkgroep, eigenlijk wordt in beide precies hetzelfde gedaan. Deze fase is trouwens vaak onzichtbaar voor mensen die er later bij komen, want het doel is na deze fase vast.

Fase 2: Oriëntatiefase

In deze fase zoekt de groep naar een structuur, maar er zijn nog onzekerheden over posities binnen de groep. De groep is op zoek naar vertrouwen bij anderen in de groep. Deze fase is pas afgelopen als iedereen een plaats vind in de (taak)structuur en het gevoel heeft erbij te horen.

Fase 3: Machtsfase

De onderlinge betrekkingen komen steeds meer centraal te staan en de groepsleden durven gevoelens uit te spreken. In de fase maken de inclusie vragen plaats voor vragen rondom controle. Dus denk aan macht, dominantie, gezag en verantwoordelijkheid.
Iedereen probeert in deze fase een zo comfortabel mogelijke positie te bezitten. De vragen die daarbij komen kijken per persoon zijn:
          - Hoeveel macht en invloed heb ik?
          - Wie heeft er macht en invloed over mij?
          - Waar ligt de controle en sturing van wat we doen?
          - Door wie zal ik me laten beïnvloeden en hoe?

Fase 4: Affectiefase

In de fase staat het omgaan met elkaar centraal. Mensen zijn openhartig naar elkaar over gevoelens en durven steeds meer te delen. Praten over persoonlijk leven bijvoorbeeld. Mensen begrijpen elkaar steeds beter en tonen meer begrip voor elkaar.

Fase 5: Autonome fase

In deze fase kent iedereen zijn positie en rol en iedereen wordt gewaardeerd en kan zichzelf zijn. Ieder lid kent de taak en structuur van de groep en kent de onderlinge betrekkingen. de groep kan in deze fase vrijwel zonder leider efficiënt werken.

Fase 6 Afsluitingsfase

De groep gaat uit elkaar en neemt afscheidt. 


Nu we wat meer weten over de groepsfase, maar nu gaan we het over de verschillende leiderschapsstijlen hebben per fase.
Voordat we dat gaan doen moeten we even stilstaan bij wat een leiderschapsstijl nou inhoud.

Leiderschapsstijl

Nu ga ik even wat toelichten over leiderschapsstijlen. Want hierin kunnen grote verschillen zitten.
Zal ik eerst even de definite van leiderschapsstijl geven? Wel handig he!
Leiderschap is het uitvoeren van al die gedragsvormen die een groep helpen in het bereiken van de gewenste resultaten en die bijdragen aan de levensvatbaarheid van de groep.

Nu we dat weten kan ik je vertellen dan Hersey & Blanchard 4 leiderschapsstijlen onderscheiden:
- Directieve stijl
- Overtijgende stijl
- Participerende stijl
- Delegerende stijl

Zoals je hierboven zit is elke leiderschapsstijl gekoppeld aan een fase. Dat is ook de stijl die het beste past binnen die fase. Daar gaan we nu wat dieper op in.

Directieve leiderschapsstijl

Deze stijl vindt zich terug in de oriëntatiefase. Hiermee heb veel aandacht voor de taak. De begeleidingstechnieken die je gebruikt zijn sturen (leiding geven en grenzen stellen, veiligheid bieden, consequent zijn, reageren op storend gedrag), structureren (regels en routines overdragen en handhaven, praten en uitleggen, onderhandelingsruimte geven).

Overtuigende leiderschapsstijl

Deze stijl vind zich terug in de machtsfase. Hiermee heb je veel aandacht voor de taak én het proces. De begeleidingstechnieken die je gebruikt zijn sturen, structureren, steunen (bij de hand nemen en geven wat nodig is, aandacht, begrip, geduld, erkenning geven etc.), stimuleren (aanmoedigen en zich ontwikkelen, ruimte bieden, boeiende omgeving bieden).

Participerende leiderschapsstijl

Deze stijl vind zich terug in de affectiefase. Hiermee heb je veel aandacht voor het proces. De begeleidingstechnieken die je gebruikt zijn steunen en stimuleren.

Delegerende leiderschapsstijl

Deze stijl vindt zich terug in de autonome fase. Hiermee heb je weinig aandacht voor proces en taak, want de groep kan het zelf. De begeleidingstechniek die je gebruikt is alleen coachen.

2 opmerkingen:

  1. Mooi uitgewerkt! probeer je ook nog de bronnen die je gebruikt hebt erbij te vermelden. Je mag bij de uitwerking een volgende keer ook nog voorbeelden uit je eigen leven (bijvoorbeeld school klas of stage groep) erbij betrekken.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dankjewel. De bron is alleen de PowerPoint van uw les. Maar, die kan ik er nog wel bij vermelden. Verder komt de opdracht van deze les nog in mijn blog.

      Verwijderen